Skip to main content

Mosquito and larvae separated in the city

For dutch: read below

Temporary water puddles in the city form a good habitat for mosquito larvae.

Source: Bioniews

Adult mosquitoes prefer green areas in Leiden; eggs and larvae opt for gray.

While adult specimens of the common mosquito in the city prefer parks, larvae and eggs of this common mosquito species are mainly found in inhabited areas. At least, that’s what a team of Dutch researchers writes based on field research published in Parasites & Vectors on January 29.

The researchers set traps, measure eDNA, and count larvae in water samples taken from various locations. In park traps, they find twice as many adult mosquitoes (Culex pipiens) as in inhabited areas, while they find three times as many eggs there. eDNA indicates that eggs are indeed laid in water near parks, but the researchers do not find larvae here. Perhaps young larvae die quickly here due to predation; fish, amphibians, and dragonfly larvae also know how to find these places.

The difference in preference aligns well with suitable habitats harboring gray or green areas in the city, the researchers argue. The lower temperature and higher humidity of a park are fine for adult mosquitoes, while predator-free temporary water puddles in inhabited areas are more suitable for larvae.

A future climate-resilient city with more greenery could, based on this research, both benefit and harm mosquitoes: they would need to migrate less, but there are also fewer suitable places for larvae.

Dutch

Mug en larve gescheiden in de stad

Bron: Bionieuws

Tijdelijke waterpoeltjes in de stad vormen een goede habitat voor muggenlarven.

Volwassen muggen kiezen voor groene gebieden in Leiden; eitjes en larven gaan voor grijs.

Terwijl volwassen exemplaren van de gewone steekmug in de stad het liefst parken opzoeken, zijn larven en eitjes van deze algemene muggensoort juist vooral in bewoond gebied te vinden. Dat blijkt in elk geval zo in Leiden, schrijft een team van Nederlandse onderzoekers op basis van veldonderzoek in Parasites & Vectors van 29 januari.

De onderzoekers zetten vallen, meten e-dna en tellen larven in de scheppen water die ze op verschillende plekken nemen. In parkvallen treffen ze dubbel zoveel volwassen muggen (Culex pipiens) als in bewoond gebied, terwijl ze daar dan weer drie keer meer eitjes vinden. E-dna wijst uit dat in water bij parken wel degelijk eitjes gelegd worden, maar larven vinden de onderzoekers hier niet. Wellicht gaan jonge larven hier snel dood door predatie; vissen, amfibieën en libellelarven weten deze plekken ook te vinden.

Het verschil in voorkeur komt goed overeen met geschikte habitats die grijze dan wel groene gebieden in de stad herbergen, zo redeneren de onderzoekers. De lagere temperatuur en hogere luchtvochtigheid van een park zijn fijn voor volwassen muggen, terwijl predatorvrije tijdelijke waterpoeltjes in bewoond gebied geschikter zijn voor larven.

Een toekomstige klimaatbestendige stad met meer groen zou op basis van dit onderzoek zowel goed als slecht kunnen uitpakken voor muggen: ze zouden minder hoeven migreren, maar er zijn ook minder geschikte plekken voor larven.